Het authentieke eerste historische verslag
Geschreven door allround wetenschapper Dr. Johan Oldenkamp,
grondlegger van Wholly Science
De
originele teksten van wat tegenwoordig bekend staat als ‘het Bijbelboek
Genesis’ (‘genesis’ betekent: wordingsgeschiedenis) zijn in spijkerschrift
vastgelegd op een aantal afzonderlijke kleitabletten. Elk van deze oudste
geschriften eindigde met een slotzin die betekent: “Dit is de toledoth van ...”. De conventionele
vertaling van het woord ‘toledoth’ als ‘generaties’ slaat de plank volkomen
mis. De juiste vertaling hiervan moet zijn ‘historisch verslag’ (of nog
preciezer: ‘familiegeschiedenisverslag’). Elk van deze historische verslagen
werd opgetekend vanuit een bepaald perspectief. Daarom werd altijd de naam of
namen die overeenkomen met die specifieke invalshoek opgeschreven aan het einde
van elk van deze slotzinnen.
Het
oorspronkelijke deel van de eerste 36 hoofdstukken van het huidige boek Genesis
bevat ten minste acht van deze historische verslagen, allemaal in
spijkerschrift geschreven op een apart kleitablet. De resterende hoofdstukken
van het huidige boek Genesis werden vele jaren later geschreven op papyrus.
Daarom kunnen we niet spreken van slechts één boek Genesis. In werkelijkheid
gaat het om ten minste negen verschillende boeken met ten minste negen
verschillende auteurs (link).
In
dit artikel beperk ik mij tot het allereerste historische verslag dat
schriftelijk is vastgelegd (voor zover wij momenteel weten). Dit alleroudste
historische verslag is vertaald in het eerste hoofdstuk van het huidige
Bijbelboek Genesis. Echter, de slotzin van dit eerste historisch verslag is
geen onderdeel van dit eerste hoofdstuk. Vreemd genoeg vinden we deze formele
afsluiting van dit eerste historische verslag pas aan het begin van het tweede
hoofdstuk van het huidige boek genaamd Genesis.
Vanwege
onwetendheid, en wellicht ook vanwege opzettelijke misleiding, is de werkelijke
betekenis van de originele spijkerschriftversie niet geheel correct vertaald in
het Hebreeuws. Echter, dankzij mijn begrip van Wholly Science heb ik de authentieke betekenis van dit eerste
historische verslag kunnen herstellen. Daarbij heb ik de beginverzen van het
tweede hoofdstuk van het huidige boek Genesis, voorafgaand aan de slotzin van
het eerste historische verslag, weggelaten. Iedereen met minimaal de
basiskennis van Wholly Science
begrijpt onmiddellijk dat deze zinnen zijn toegevoegd door de vertalers, omdat
deze verzen geen deel hebben kunnen uitmaken van de oorspronkelijke versie. De
eerste drie verzen van Genesis 2 slaan namelijk helemaal nergens op.
Verder
is de algemeen aanvaarde vertaling van de verzen 26 en 27 van het eerste
hoofdstuk van het huidige boek Genesis volkomen verkeerd. Gedurende de eerste
25 verzen is God namelijk onmiskenbaar de enige en enkele Schepper (via Gods
woord). Echter, daarna kreeg God plotseling last van een syndroom van
meervoudige persoonlijkheden, althans volgens de algemeen aanvaarde vertaling
van beide volgende verzen. In deze verkeerde vertaling zou God zogenaamd hebben
gezegd in vers 26: “Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze
gelijkenis.” Voortbordurend op eenzelfde verkeerde voet werd de compleet
verkeerde vertaling van vers 27: “En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar
het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.”
Om
te beginnen is God is helemaal geen “Hij”. God is Eén. God is gelijktijdig
zowel mannelijk (Yang) als vrouwelijke (Yin), want op het niveau van God is
geen dualiteit. Daar is alleen maar Heelheid. Daarnaast schiep God de mens niet
rechtstreeks. Dit creatieproces vond indirect plaats, door gebruikmaking van
‘onderaannemers’. Dat is de reden waarom in het authentieke historische verslag
overeenkomend met deze twee verzen wordt weergegeven dat de schepping van de
mens werd uitgevoerd door meerdere scheppers of goden (dus zonder hoofdletter
G).
Nu
deze vertaalfouten gecombineerd met mogelijk opzettelijk bedrog zijn
gecorrigeerd kan ik de authentieke (oud-) Nederlandstalige vertaling van het
eerste historische verslag openbaren:
1 |
In den beginne schiep
God den hemelen en de aarde. |
2 |
Nu, de aarde was woest
en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de
wateren. |
3 |
En God zeide: “Daar zij
licht.” En daar werd licht. |
4 |
En God zag het licht, dat
het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. |
5 |
En God noemde het licht
‘dag’, en de duisternis noemde God ‘nacht’. Dit is de conclusie van Dag Eén. |
6 |
En God zeide: “Daar zij een
uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en
wateren.” |
7 |
En God maakte dat
uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel
zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo. |
8 |
En God noemde het
uitspansel ‘hemel’. Dit is de conclusie van Dag Twee. |
9 |
En God zeide: “Dat de
wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge
gezien worde.” En het was alzo. |
10 |
En God noemde het droge
‘aarde’, en de vergadering der wateren noemde God ‘zeeën’; en God zag, dat
het goed was. |
11 |
En God zeide: “Dat de
aarde uitschiete grasscheutjes, zaadzaaiend kruid, vruchtbaar geboomte,
dragende vrucht naar diens aard, welks zaad daarin zij op de aarde.” En het
was alzo. |
12 |
En de aarde bracht voort
grasscheutjes, kruid zaadzaaiend naar diens aard, en vruchtdragend geboomte,
welks zaad daarin was, naar diens aard. En God zag, dat het goed was. |
13 |
Dit is de conclusie van
Dag Drie. |
14 |
En God zeide: “Dat er
lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den
dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden,
en tot dagen en jaren; |
15 |
en dat zij zijn tot lichten
in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde.” En het was
alzo. |
16 |
God dan maakte die twee
grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine
licht tot heerschappij des nachts; ook maakte God de sterren. |
17 |
En God stelde ze in het
uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde. |
18 |
En om te heersen op den
dag, en in den nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de
duisternis. En God zag, dat het goed was. |
19 |
Dit is de conclusie van
Dag Vier. |
20 |
En God zeide: “Dat de
wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende schepselen; en
het gevogelte vliege boven de aarde, in het open uitspansel des hemels.” |
21 |
En God schiep de grote
zeeschepselen, en alle levende schepselen die kruipe, welke de wateren
overvloediglijk voortbrachten, naar hun aard; en alle gevleugelde gevogelte
naar diens aard. En God zag, dat het goed was. |
22 |
En God zegende ze, zeggende:
“Zijt vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de wateren in de zeeën.” En
het gevogelte vermenigvuldige op de aarde. |
23 |
Dit is de conclusie van
Dag Vijf. |
24 |
En God zeide: “De aarde
brenge levende schepselen voort, naar hun aard: vee, en het kruipend
gedierte, en beesten der aarde, ieder naar hun aard.” En het was alzo. |
25 |
En God maakte de beesten
der aarde naar hun aard, en het vee naar hun aard, en al het kruipend gedierte
des aardbodems naar hun aard. En God zag, dat het goed was. |
26 |
En God zeide: “Laat
goden mensen maken, naar hun beeld, naar hun gelijkenis; en laat den mens
regeren over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het
vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de
aarde kruipt.” |
27 |
En goden schiepen den
mens naar hun beeld. In gelijkenis met God schiepen goden den mens; als man
en vrouw schiepen zij den mens. |
28 |
En God zegende den mens,
en God zeide tot den mens: “Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult
de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en
over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde
kruipt.” |
29 |
En God zeide:
“Aanschouw: Ik heb u al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde
is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot
spijze.” |
30 |
En aan al het gedierte
der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende
gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid
tot spijze gegeven. En het was alzo. |
31 |
En God zag al wat God
had gemaakt, en aanschouw: het was zeer goed. Dit is de conclusie van Dag
Zes. |
|
Dit is het historische
verslag van de hemelen en de aarde toen zij werden geschapen. |
In
mijn nieuwste Engelstalige boek getiteld ‘Understanding
God – The Wholly Science Handbook’ leg ik de ware betekenis uit van dit eerste
historische verslag. Wil je mijn onthullende werk te ondersteunen, dan kun je
dit boek via mij kopen of kun je mij nodigen om hierover een spreekbeurt te
geven.
Gerelateerde
video’s:
o
De Kerstman is Sinterklaas is
Jezus (link)
Gerelateerde
artikelen:
o
De Waarheid over God (link)
o
De ware betekenis van de Tien
Geboden (link)
o
Definities, synoniemen en
beschrijvingen (link)
o
Verwarring van God, Jezus en de
Christus (link)
o
De juiste formulering van het
‘Onze Vader’ (link)
o
De ware aard van de Wholly Dagen (link)
o
De 10 Grootste Mythen (link)
o
De Kerstman is Jezus (link)
© 27 november 2013 – Pateo.nl
: Wholly
Science – Johan
Oldenkamp
Dit artikel is ook beschikbaar in het
Engels (link) en in het
Duits (link).