Opkomst en ondergang
van de machtspiramide
Tot
aan de industriële revolutie was er een (relatief gezien) platte samenleving
waarin zelfstandigheid en vakmanschap hand in hand gingen. Door de opkomst van de
industrie kregen we de scheiding tussen de handen die het werk uitvoeren en het
hoofd dat deze uitvoering aanstuurt. Daarmee ontstond een piramidestructuur,
want door schaalvergroting kwamen er steeds meer aansturingslagen tussen de top
(hoofd) van de piramide en uitvoering (handen) aan de basis ervan. Deze
piramide houdt zichzelf in stand via macht, want
iedere hogere laag heeft de geïnstitutionaliseerde bevoegdheden om lagere lagen
haar wil op te leggen via belonings- en
bestraffingsmacht.
Van
jongs af aan voelde ik me aangetrokken tot macht. Ik speelde thuis de baas over
mijn zusjes en wanneer ik ging voetballen dan wilde ik de bal, die ik dan ook
liever niet meer wilde afspelen. En toen ik een
jaartje aanvoerder mocht zijn zwol mijn trots op tot ongekende grootte. Ik
wilde altijd hogerop, om zo meer macht te kunnen hebben. Daarom ben ik ook zo
lang naar school gegaan. Ik kom uit een eenvoudig arbeidersgezin (zoals de
machtspiramide mensen van deze basislaag doorgaans aanduidt). Mijn ouders
hebben beide alleen de lagere school voltooid. Op het VWO bleken nagenoeg al
mijn klasgenoten niet uit arbeidersgezinnen te komen. In die tijd
schaamde ik me voor mij afkomst. Ik realiseerde me echter dat ik via het
onderwijs hogerop kon komen.
Eénmaal
op de universiteit zag ik de machtspiramide heel erg duidelijk. Er waren
universitaire docenten, met daarboven universitaire hoofddocenten en daar weer
boven hoogleraren, die zelf ook weer ergens in een pikorde stonden. Na mijn
afstuderen als psycholoog ben ik daarom maar gepromoveerd als bedrijfskundige,
want daarvoor is er bovenin de piramide altijd wel plaats (in tegenstelling tot
onderin). En dat klopte, want als organisatieadviseur heb ik vervolgens bij
vele organisaties in de managementkeuken mogen kijken. Eén van deze bedrijven
was de Belastingdienst, waar ik jarenlang over de vloer ben geweest. Zo weet ik
dat de Dienst Grote Ondernemingen (DGO) het wèl
leuker kan maken, want met deze grote bedrijven wordt gewoon onderhandeld over
de af te dragen belastinggelden. Zo heeft Philips bijvoorbeeld een aantal jaren
helemaal geen deel van haar miljardenwinsten afgedragen aan onze gezamenlijke
geldpot. Ook zag ik enorme ondoelmatigheid in al die aansturingslagen van onze
overheidsorganisatie. Voor mij werd overheid daardoor synoniem met overhead, want volgens mij komt daar het
woord vandaan. Niet alleen de nationale overhead is steeds verder toegenomen.
Ook alle instellingen zoals in het onderwijs en de zorg zijn steeds groter
geworden. En iedere nieuwe toplaag zorgt er natuurlijk wel voor dat er meer
wordt verdiend (of kunnen we beter zeggen: gegraaid?).
We
zijn als samenleving in minder dan 250 jaar van een voornamelijk platte
structuur omgevormd tot een strakke piramide. En via machtsuitoefening houdt
deze piramide zichzelf in stand. Eén van de machtsmiddelen die daarvoor wordt
gebruikt is geld, want met geld laat vrijwel iedereen zich belonen of
bestraffen. Toen ik me dit goed realiseerde werkte ik als
lector op het gebied van innovatie en ondernemerschap op een hogeschool en deed
ik daarnaast als zelfstandige adviesopdrachten voor het midden- en kleinbedrijf
(die dus niet kunnen onderhandelen over winst- of omzetbelasting). Om de daad
bij het woord te voegen heb ik vervolgens mijn baan opgezegd en heb ik daarop
ook mijn bedrijf gestaakt. Sindsdien leef ik zonder inkomen en heb ik
mezelf bevrijd uit de klauwen van de machtspiramide buiten mezelf. Nu ben ik
bezig om ook de machtpiramide in mezelf op te laten lossen door mijn ego niet
langer de baas te laten spelen. Het ontwikkelen van zelfkennis vraagt echter wat
meer inspanning dan het typen van een ontslagbrief.
Ik
sta nu buiten de machtspiramide die onze samenleving op alle mogelijke manieren
domineert. Daarom kan ik deze machtspiramide veel beter waarnemen dan iemand
die er nog in zit. Van een afstandje zie je het nu eenmaal beter. Daarom staan
de beste stuurlui ook aan wal. Volgens mij is het niet nodig dat iedereen die
nu stuurt (binnen de piramide) naast mij op de wal komt staan om de
machtpiramide in haar volle omvang waar te kunnen nemen. Wat ik nu vraag aan
jou is om je open te stellen voor mijn waarnemingen als een aanvulling op jouw
waarnemingen. Niemand van ons heeft de waarheid in pacht. We zien allemaal een
facet van een schitterende diamant. Het facet van meekijkers op de wal is niet
meer waar dan die van de stuurlui aan boord. Ze zijn allebei waar en waardevol.
Zullen we dat eens beter gaan benutten?
Laten
we ons zelf daarom overal in onze samenleving meer openstellen voor de
waarnemingen van medemensen. En laten we zo onze communicatie meningsvrij
maken, want het communiceren van meningen vergroten we de onderlinge afstand,
wat leidt tot twistgesprekken (discussies) waarin de verschillen centraal
staan. Door waarnemingen te delen ontstaat samenspraak
(dialoog) en vertrekken we vanuit de overeenkomsten. Ik zie meningsvrij
communiceren als de enige manier om de duurzaamheidsuitdagingen
waar we als samenleving nu voor staan op te kunnen gaan lossen. Alleen op die
manier kunnen de doodlopende straten verlaten en patstellingen doorbreken. Want
door los te komen van onze meningen komen we ook los van de ego-macht
in ons. En wanneer we de innerlijke machtpiramide hebben opgelost, dan ontstaat
als gevolg hiervan bijna als vanzelf een duurzame samenleving. Ik hoop met dit
artikel daaraan een bijdrage te hebben geleverd.
Zeist,
7 oktober 2010
Johan Oldenkamp
bron:
Pateo.nl
Ook geplaatst op:
o UnityNet.nl
(bij Nieuws 8-10-2010)
o Argusoog.org (met reactiemogelijkheid)