Priemritme
Wiskundigen
definiëren een priemgetal is een geheel getal dat niet breukloos deelbaar is
door een ander geheel getal (met uitzondering van 1). Bekende priemgetallen
zijn 5, 7, 11, 13 en 17. Priem komt van primair. De priemgetallen zijn de
primaire getallen, want alle overige (secundaire) getallen kunnen worden
ontleed als een product van samenstellende (primaire) getallen.
Priemgetallen
zijn erg ‘populair’ in de natuur, zoals we bij vele bloemen zien met bijvoorbeeld
5 bloemblaadjes of zeesterren met 5 ‘armen’. Ook wij mensen zijn er dol op.
Natuurlijk kennen we de 7 dagen van de week. Maar we hebben ook nog eens 5
werkdagen. En wat te denken van de 7 tonen in een toonladder?
We
voetballen 11 tegen 11, net als bij hockey. En bij handbal en waterpolo is het
7 tegen 7. Bij basketbal is het 5 tegen 5, net als voetballen in de zaal of op
het strand.
Bij
vechtsporten als judo en karate kennen we 7 kleuren van de band (wit, geel,
oranje, groen, blauw, bruin en zwart). Bovendien hebben we 7 chakra’s en de 7 kleuren daarvan zien we ook terug in de
regenboog. We hebben 5 vingers aan iedere hand en 5 tenen aan iedere voet. Ook
hebben we 5 zintuigen. En misschien wel het allerbelangrijkste zijn de 5
elementen.
De
meest genoemde voorbeelden uit de natuur zijn bepaalde larven
die pas na 13 jaren uit de grond komen en de uitbraak van bepaalde andere
insecten eens in de 17 jaar. Ook het feit dat bepaalde bamboesoorten elke 7
jaar afsterven wordt veel genoemd. Maar wat te denken van de zonnecyclus van 11
jaar? En in een periode dat onze moederplaneet Terra 1 maal rond onze zon
Helios is geweest is onze maan Luna precies 13 maal
om Terra geweest. Kortom, ja er is zeker iets met priemgetallen.
Al eeuwenlang proberen wiskundigen tevergeefs
het ritme in de reeks van priemgetallen te ontdekken. Dit ritme is erg
belangrijk. Want wanneer we inzicht hebben in dit ritme, dan leren we daarmee
ook de natuur beter begrijpen, inclusief onszelf!
De
geniale 18e eeuwse wiskundige Leonhard Euler (naar wie het grondtal e van de natuurlijke logaritme is vernoemd), zei ooit: “Wiskundigen hebben tot de dag van vandaag
tevergeefs getracht om enige regelmaat in de volgorde van de priemgetallen te
ontdekken, en we hebben reden om te geloven dat de verdeling van de
priemgetallen een mysterie is, waarin de geest nooit zal doordringen.” En
de Duitse wiskundige Don Zagier, tegenwoordig
directeur van het Max Planck Instituut te Bonn, zei hierover: “Er zijn twee feiten over de verdeling van
priemgetallen, waarvan ik u zo overweldigend hoop te overtuigen dat zij
permanent in uw geheugen gegrift staan. De eerste is dat, ondanks hun
eenvoudige definitie en rol als bouwstenen van de natuurlijke getallen, de
priemgetallen tussen de natuurlijke getallen als onkruid groeien, waarbij zij
schijnbaar aan geen andere wet dan aan de wetten van het toeval gehoorzamen, en
niemand kan voorspellen, waar het volgende priemgetal zal opduiken. Het tweede
feit is des te meer verbazingwekkend, want het stelt precies het tegenovergestelde:
de priemgetallen vertonen een verbluffende regelmaat, er bestaan wetten die hun
gedrag regeren, en de priemgetallen gehoorzamen met bijna militaire precisie
aan deze wetten.”
Wat opvalt in de uitspraak van Zagier
is het woordje ‘toeval’. Johan
Oldenkamp weet dat toeval niet bestaat, nergens in het universum. Toeval is
onbegrepen dynamiek. Johan wordt gedreven om die dynamiek juist wel te gaan
begrijpen. Iedereen die nog toeval nodig heeft om iets te verklaren, die heeft
het gewoon nog niet helemaal begrepen. Johan merkt keer op keer dat de
natuurlijke dynamiek verbluffend eenvoudig is. En ook in de priemgetallen zit
een kinderlijk eenvoudig ritme. Dat vele duizenden knappe koppen er de
afgelopen eeuwen toch niet in zijn geslaagd dit ritme bloot te leggen komt
omdat ze volgens Johan niet wisten hoe te kijken. Wanneer we dat wel weten, dat
zien we ook dat wetenschap kinderspel is. Voor Johan is er maar één wetenschap
is, en spiritualiteit vormt daarvan het kloppende hart.
Johan
is een man met een missie. Hij wil onze samenleving naar een hoger
bewustzijnsniveau helpen. Hij doet dit door internetartikelen en boeken te
schrijven, en door overal in ons land lezingen te geven. Het ritme in de
priemgetallen is niet zijn eerste grote ontdekking. Al eerder liet hij zien dat
ook psychologie vele malen eenvoudiger is dan hem ooit op de universiteit is
geleerd. En zeer recentelijk heeft hij ontdekt hoe vrije energie precies werkt.
Vrije energie ontstaat wanneer er meer energie vrij komt dan er in wordt gestopt.
Volgens de algemeen geaccepteerde natuurkundige
zienswijze is dat onmogelijk. Toch hebben al velen de werking van vrije energie
gedemonstreerd. Johan is wederom de eerste die dit fenomeen wetenschappelijk
kan verklaren, uiteraard ook weer heel eenvoudig.
Volgens
Johan leven we al veel te lang in onbalans. We kennen in onze samenleving
(inclusief wetenschap en technologie) alleen het mannelijke (lees: beheersen, opdringen en nemen). We gaan nu de
balans herstellen met het vrouwelijke
(lees: beheren, verzorgen en geven). De kennis die Johan deelt laat precies
zien hoe we met vrouwelijke technologie onze gezondheid, ons welzijn en ons
leefmilieu weer in balans kunnen brengen. Want daarvoor is het nu echt de
hoogste tijd geworden!
De
ontdekking van het priemritme is wetenschappelijk gezien enorm belangrijk.
Daarom heeft Johan in eerste instantie de mainstream media benaderd voor de onthulling van deze zogenaamde
wereldprimeur. Geen van de landelijke dagbladen wilde hier aandacht aan
besteden voordat het eerst het ritme bekend werd gemaakt. En eenzelfde reactie
kwam vanuit de hoek van de wiskundehoogleraren. Van de televisieredacties
toonde alleen EenVandaag
interesse, met als gevolg dat Johan op woensdag 17 (priemgetal) maart het
priemritme voor de allereerste keer heel compact heeft gepresenteerd voor een
tv-camera van de TROS. Een iets uitgebreidere presentatie, waarbij ook de
relatie tussen wiskunde en muziek aan de orde komt, is vervolgens op vrijdag 19
(weer een priemgetal) maart opgenomen voor een camera van Anarchiel.com, zowel in het Nederlands
als in het Engels
(klik op de taal om het betreffende filmpje te bekijken). Nadat deze filmpjes
online stonden, is ook de derde druk van het boekje Vrije Energie, vrijgegeven, evenals de tweede druk van Understanding Nature.
In
de tijd van Pythagoras was de relatie tussen wiskunde
en muziek evident. Dit is in het Oosten veel beter bewaard gebleven dan in het
Westen, zoals bijvoorbeeld wordt beschreven in dit artikel. Voor alle duidelijkheid (bij dit artikel):
wiskunde heeft alles te maken met muziek en met spiritualiteit, maar volstrekt
niets met geloof of met verdeel-en-heers-spelletjes.
Wil je meer lezen over het werk van Pythagoras, klik
dan hier voor het
Engelstalige e-boek over The Golden Ratio and the Pentagram in the Philosophy
of Pythagoras.
* - * - * - * - * - * - *
Bovenstaand
artikel is op 19 maart 2010 geactualiseerd. De kern van dit (oorspronkelijke)
artikel geschreven op 5 maart is ook geplaatst op:
o UnityNet.nl (bij Nieuws 6-3-2010)
o
Argusoog.org (met reacties)
Naschrift
Vanuit
verschillende kanten is door wiskundigen negatief gereageerd op het onthulde
priemritme. De kern van hun kritiek is dat dit allemaal allang bekend zou zijn en
dat het volstrekt logisch is waarom de niet-priemgetallen staan waar ze staan
(alsof ik iets anders zou beweren).
De
kernvraag die ik aan het begin stel is of het een kwestie is van toeval of ritme.
Nu ik het ritme heb laten zien wordt plotseling beweerd dat wiskundigen nooit
aan toeval hebben gedacht. Bovenstaande uitspraak van Zagier
wordt nu zelfs uitgelegd alsof hij beweert dat ze niet toevallig opduiken. Ik lees toch duidelijk dat hij beweert
alsof het lijkt dat ze toevallig opduiken. In mijn uiteenzetting van het
priemritme lijkt het echter totaal niet
alsof ze toevallig opduiken. Volgens mij staan beide uitspraken haaks op
elkaar. Ik vind het daarom zeer opvallend hoever mensen blijkbaar willen gaan
om hun ‘gelijk’ te halen. Mij gaat het absoluut niet om mijn gelijk. Ik toets
gewoon heel wetenschappelijk mijn hypothesen.
Mijn
hypothesen zijn dat toeval niet bestaat en dat alles een spel is. Ik heb dit al
op vele vlakken laten zien, en nu dus ook voor de priemgetallen. Het omgekeerde
priemritme is als een orkest. De 1 is de dirigent. En ieder priemgetal mag meemusiceren vanaf het eigen kwadraat, waarna het eigen
speelritme gelijk is aan het eigen getal. Dit is dus een spel waarin toeval niet
bestaat. En omdat het priemritme zo wonderschoon en zo ‘hard’ is leek het me
een uitstekend voorbeeld om eens breeduit in de (oude en nieuwe) media te
brengen.
Nu
het allemaal zo eenvoudig is haasten velen zich om mij kenbaar te maken dat ze
dit allemaal allang wisten. Dat roept bij mij toch enkele vragen op:
o Waarom is het officiële wetenschappelijke standpunt
dat het optreden van individuele priemgetallen tussen de natuurlijke getallen
is (tot dusver) onvoorspelbaar is (zoals ook te lezen in wikipedia),
terwijl het beschreven priemritme precies voorspelt waar priemgetallen zullen
optreden?
o Waarom hebben wiskundigen diverse modellen
ontwikkeld die het opduiken van priemgetallen zo goed als benaderen (zoals de Riemann-hypothese), terwijl het door mij beschreven
priemritme 100% exact iedere positie van ieder priemgetal verklaart?
o Waarom maken wiskundigen dan nog steeds geen
verschil tussen 2 en 3 enerzijds en 5, 7, 11, 13 en de overige priemgetallen
anderzijds (met uitzondering van enkelingen als Peter Plichta)?
o Waarom is in het Westen de relatie tussen muziek en
wiskunde vergeten?
o Waarom is de getaltheoretische relaties tussen het seximale stelsel en onze 3D-realiteit tot op heden niet
onderzocht?
Tot
slot is volgens velen het priemritme niets anders dan de Zeef van Eratosthenes. Deze zeef is een algoritme om alle secundaire
getallen weg te strepen, om zo alleen de primaire getallen over te houden.
Allereerst begint dit zeefalgoritme bij 2 om daarna met 3 verder te gaan. Het
priemritme laat echter zien dat beide paraprimaire
getallen helemaal niet meespelen met het priemspel van de gewone priemgetallen.
Verder streept deze zeef alle veelvouden van priemgetallen weg, terwijl het
priemritme laat zien dat alleen de primaire veelvouden opduiken in de
richtingen waarin we ook de priemgetallen vinden. Dit zijn twee essentiële
verschillen tussen het priemritme en de ruim tweeduizend jaar oude zeefmethode.
Het
priemritme is inderdaad kinderspel, zoals ik altijd al heb beweerd. Ik vind het
buitengewoon kinderachtig om vervolgens te verhullen dat de truc van het
omkeren van het niet-priemritme echt nieuw is. Het
was in ieder geval nieuw voor mij. En verder gun ik iedereen graag de eigen
waarheid hierover. De winst is wel dat nooit meer iemand zal spreken over een
priemgetal als onkruid dat (schijnbaar) toevallig verschijnt tussen het gewone
kruid.
Zeist,
20 maart 2010 (lente!)
Johan
Oldenkamp
Een kort artikel naar
aanleiding van het youtube-filmpje is geplaatst
op:
o Anarchiel.com (met reacties)