Tzol’kin-zegels verklaard
Via
de allegorie van de grot probeerde Plato duidelijk te
maken dat de materiële werkelijkheid niets anders is dan een afspiegeling van
een veel werkelijkere realiteit. Het boekje ‘Inleiding in de Wetenschap’ laat in eenvoudige woorden zien hoe we
dit fundamentele inzicht heden ten dage kunnen
gebruiken om de moderne wetenschap weer tot leven te brengen. Via het
platformgedeelte van de website Pateo.nl
kan dit boekje gratis online worden gelezen of uitgeprint. Dit artikel kan
worden beschouwd als een summiere samenvatting van dit inleidende boekje.
Wat
voor ons de werkelijkheid is, dat
bestaat uit wat wij materie noemen.
Alles in deze materiewereld heeft fysieke- en chemische eigenschappen. Deze
wereld van de Fysica en de Chemie werd door Plato
aangeduid als de schaduwwereld. Het grote probleem van de moderne wetenschap is
dat ze niet door heeft dat materie als een schaduw is. Stel dat we onze handen
tussen een felle lamp en een wit doek zo vouwen dat de geprojecteerde schaduw
precies lijkt op een hondenkop. Moderne wetenschap bestudeert al honderden
jaren in steeds meer detail de kenmerken van allerlei schaduwkoppen op het doek
zonder zich te realiseren dat deze schaduwen slechts projecties zijn van een
veel echtere werkelijkheid. De schaduwen zijn weliswaar ook wel echt, maar de
handen die de schaduwen laten ontstaan (door het licht te blokkeren) zijn vele
malen echter.
We
kunnen ons de werkelijke werkelijkheid voorstellen via drie concentrische
ringen. De buitenste ring komt overeen met de schaduwwereld van materie. Via
onze vijf zintuigen nemen we de verschijnselen in deze geprojecteerde
werkelijkheid (indirect) waar. De middelste ring betreft de tussenwereld van
energie. De Fysica beschouwt energie alsof het ook tot de schaduwwereld
behoort, waardoor deze ‘wetenschap’ zich steeds vaster vastbijt in een dood
spoor. Daarom kan de Fysica of de Chemie ons ook alleen maar beschrijvingen
bieden, en helemaal geen echte verklaringen. Materie is als de schaduw van
energie. De gebruikelijke schaduwconcepten zijn derhalve
volstrekt ontoereikend om ons begripsvermogen te laten doordringen in de
energiewereld, laat staan in de binnenste ring van de informatiewereld.
Ruimte
en tijd zijn (beperkende) begrippen uit de schaduwwereld van materie. Energie
(in de tussenwereld) is overal en altijd. En informatie (in de binnenste bronwereld)
bestaat buiten ruimte en tijd.
Het
grote struikelblok voor de moderne wetenschap is dat ze meent te weten wat
energie zou zijn. Energie wordt door deze ‘wetenschap’ gelijk gesteld aan het
vermogen om arbeid te verrichten. Daarmee wordt energie (uit de tussenwereld)
direct gekoppeld aan materie (uit de schaduwwereld), want arbeid betreft immers
het verplaatsen van materie. Maar hoe kunnen we nu de handbewegingen verklaren op basis van de kernmerken van de schaduwkop op het witte doek? Vanwege
deze fundamentele misvatting zit deze ‘wetenschap’ al pijnlijk lang klemvast en
is van onbevooroordeelde waarheidsvinding al generaties lang geen enkele
sprake. Om uit deze impasse te geraken zullen we eerst moeten gaan begrijpen
wat Plato nou precies bedoelde met zijn allegorie van
de grot.
De
(Oosterse) onderverdeling van energieën in Aarde, Water, Lucht en Vuur kan ons
helpen mentaal te ontsnappen uit Plato’s allegorische
grot. De buitenste ring van de materiewereld kunnen we namelijk typeren met de
energieën Aarde en Lucht. Aarde staat daarbij voor de
fysieke kernmerken van materie en Lucht voor de chemische. En via beide andere
energieën – Water en Vuur – maken we de sprong naar de tussenwereld van
energie. Water staat daarbij voor de magnetische
kernmerken van energie en Vuur voor de elektrische.
Het
lastige is dat de Fysica al meent te weten wat magnetisme en elektriciteit is.
Het enige wat deze ‘wetenschap’ tot op heden heeft gedaan is het beschrijven
van de schaduweffecten van deze energetische verschijnselen. Voor geen van
beide kan de Fysica verklaringen geven die vrij zijn van cirkelredeneringen. En
dat is ook logisch, want de Fysica richt zich per definitie op de fysieke
verschijnselen van de schaduwwereld (vandaar ook deze aanduiding).
In
de schaduwwereld lijken magnetisme en elektriciteit op zichzelf staande
fenomenen te zijn, maar in de tussenwereld blijkt dat beiden twee kanten van
dezelfde medaille te zijn. Of om iets nauwkeuriger te zijn: magnetisme en
elektriciteit zijn als vier vlakken van een roterende kubus. Nemen we
bijvoorbeeld een dobbelsteen, dan komen de magnetische noord- en de zuidpool
overeen met de vlakken 2 en 5, en de elektrische plus- en de minpool met 3 en 4
(terwijl 1 en 6 er in dit voorbeeld niet toe doen).
Wanneer
we diverse oeroude symbolen uit het huidige Azië of Midden- en Zuid-Amerika
vanuit deze invalshoek onderzoeken, dan blijken dat deze symbolen niet over de
schaduwen in de materiewereld te gaan, maar juist over de energieën in de
tussenwereld. Evenzo verwijzen oeroude kalendersystemen afkomstig uit deze
aardoppervlakdelen niet naar (relatieve) bewegingen van (fysieke)
hemellichamen, maar juist naar de energetische ritmen uit de tussenwereld. Eén
van deze energetische kalenders is de Tzol’kin van de Maya’s. Deze kalender telt (tzol) ieder
etmaal (kin), en daarbij krijgt ieder
volgend etmaal telkens de volgende zegel en de volgende toon. Er zijn in totaal
20 verschillende zegels (of glyphs in het Engels), en 13 tonen. Beide aantallen zijn
vanuit inzicht in de dynamiek in de energiewereld heel eenvoudig te verklaren.
Een
octaaf bestaat uit 8 hele tonen en 5 halve tonen. Samen zijn dit precies de 13
tonen van de Tzol’kin. En om de 20 zegels te
verklaren hoeven we ons alleen maar te realiseren dat er nog een vijfde energie
is, namelijk Ether. Allereerst laten de kleuren van de zegels heel duidelijk de
vier groepen zien, waarbij iedere kleur de (energetische) overgangsfase
weergeeft:
1. beginnen (Aarde –
rood): opstarten van iets nieuws
2. uitwerken (Lucht –
wit): verfijnen van het nieuwe
3. invullen (Water –
blauw): concretiseren van het nieuwe
4. uitvoeren (Vuur –
geel): realiseren van het nieuwe
En
in de vijf soorten aanpakken in elke overgangsfase komt naast Aarde, Water,
Vuur en Lucht eveneens Ether voor:
1. concentrerend
(Aarde): focussen, inzoomen
2. bewegend (Water):
stimuleren, aandrijven
3. verspreidend
(Vuur): vermeerderen, uitstralen
4. veranderend
(Lucht): omzetten, transformeren
5. versnellend
(Ether): versterken, bekrachtigen
Op
basis van de combinaties van deze vier fasen en vijf aanpakken kunnen we heel
eenvoudig de energetische kern van elk van de 20 zegels van de Tzol’kin typeren. De onderstaande typerende beelden voor
elk van deze 20 combinaties komt het dichtste in buurt van de oorspronkelijke
aanduidingen die de Tucateken hieraan destijds hebben
gegeven.
|
focus |
aanpak |
beeld |
1 |
beginnen (Aarde) |
concentrerend (Aarde) |
Krokodil (Imix) |
2 |
uitwerken (Lucht) |
bewegend (Water) |
Wind (Ik) |
3 |
invullen (Water) |
verspreidend (Vuur) |
Nacht (Akbal) |
4 |
uitvoeren (Vuur) |
veranderend (Lucht) |
Zaad (Kan) |
5 |
beginnen (Aarde) |
versnellend (Ether) |
Slang (Chicchan) |
6 |
uitwerken (Lucht) |
concentrerend (Aarde) |
Poort (Cimi) |
7 |
invullen (Water) |
bewegend (Water) |
Hert (Manik) |
8 |
uitvoeren (Vuur) |
verspreidend (Vuur) |
Konijn (Lamat) |
9 |
beginnen (Aarde) |
veranderend (Lucht) |
Offer (Muluc) |
10 |
uitwerken (Lucht) |
versnellend (Ether) |
Hond (Oc) |
11 |
invullen (Water) |
concentrerend (Aarde) |
Aap (Chuen) |
12 |
uitvoeren (Vuur) |
bewegend (Water) |
Gras (Eb) |
13 |
beginnen (Aarde) |
verspreidend (Vuur) |
Riet (Ben) |
14 |
uitwerken (Lucht) |
veranderend (Lucht) |
Tijger (Ix) |
15 |
invullen (Water) |
versnellend (Ether) |
Adelaar (Men) |
16 |
uitvoeren (Vuur) |
concentrerend (Aarde) |
Uil (Cib) |
17 |
beginnen (Aarde) |
bewegend (Water) |
Aardbeving (Caban) |
18 |
uitwerken (Lucht) |
verspreidend (Vuur) |
Vuursteen (Etznab) |
19 |
invullen (Water) |
veranderend (Lucht) |
Regenstorm (Cauac) |
20 |
uitvoeren (Vuur) |
versnellend (Ether) |
Zonlicht (Ahau) |
Velen
gebruiken de Tzol’kin (of de Dreamspell
– een soort variant ervan) slechts als een systeem om de persoonlijke energieën
bloot te leggen, of die van het betreffende etmaal. Via bovenstaande
ontrafeling kunnen we ook gaan begrijpen dat het wellicht (tevens) bedoeld is
om inzicht te krijgen in de dynamiek in de tussenwereld.
Wetenschap
dat blijft hangen op het niveau van de schaduwen is geen echte wetenschap. Pas
wanneer we de dynamiek in de tussenwereld van energie leren doorgronden kunnen we
gaan spreken van echte wetenschap. Om een dergelijke wetenschap te bevorderen
is het boekje ‘Inleiding in de Wetenschap’
geschreven. Het boekje bevat slechts 36 geïllustreerde bladzijden van A5-formaat en is de veertiende publicatie uitgegeven door Pateo en
geschreven door onbevooroordeeld ontdekker Johan Oldenkamp. Ga naar het
platform op Pateo.nl voor meer
informatie over het werk van Johan.