Naar de Nederlandstalige introductiepagina van Pateo.nl
Naar het keuzemenu van Pateo.nl
Wisselen van taal op Pateo.nl

PateoPedia

Alexander van Nassau, de homoseksuele prins

Willem Alexander Karel Hendrik Frederik van Nassau werd op 25 augustus 1851 in ‘s Gravenhage geboren als derde kind en zoon van koning Willem van Nassau (1817 – 1890) en Sophie von Württemberg (1818 – 1877). Alexander was homoseksueel. Hij studeerde aan de Rijksuniversiteit Leiden, maar studeerde niet af. In 1876 werd hij lid van de Orde van Vrijmetselaren (onder het Grootoosten der Nederlanden). Na de dood van zijn Frits, voluit Willem Frederik Karel van Nassau (Berlijn, 28 februari 1797 – Wassenaar, 8 september 1881) geheten, een broer van Alexander’s grootvader Guillot van Nassau, werd hij net als hem Grootmeester-Nationaal van deze Orde. Op 11 juni 1879, nadat zij oudste broer Wiwill was overleden, werd hij kroonprins. Vijf jaar later, op 21 juni 1884 in ‘s Gravenhage, overleed hij op 32-jarige leeftijd. Hij werd pas een maand later begraven, op 17 juli 1884, in de Nieuwe Kerk te Delft omdat zijn vader het niet nodig vond hiervoor eerder terug te komen van vakantie. In diens testament werd zijn nichtje, de dochter van Wiwill, Geertruida Fok, genoemd als de enig erfgenaam. Maar Alexanders stiefmoeder Emma heeft ook dit testament weten te laten vernietigen, en vervangen door een vervalsing zodat haar dochter Wilhelmina erfgenaam werd. Het bewijs voor deze vervalsing is eenvoudig geleverd, aangezien Alexander vast heeft laten leggen dat Wilhelmina in geen geval een dochter van zijn vader kon zijn.

In het begin van 1884, kort voor zijn dood, heeft Alexander aan zijn particulier secretaris een houten kistje met slot gegeven, met daarin een belangrijke documenten. Deze particulier secretaris van Alexander heette Willem Johannes Dominicus van Dijck (‘s Gravenhage, 8 maart 1850 — Utrecht, 1 mei 1909), en was een zoon van Willem Frederik van Dijck (18 september 1825, ‘s Gravenhage – 7 januari 1879) en Anna Maria Pattijn (8 januari 1850, ‘s Gravenhage – 1 januari 1909). Deze vader van Alexanders particulier secretaris, Willem van Dijck, was een buitenechtelijke zoon van Guillot van Nassau en hofnaaister Dorothea van Dijck (6 januari 1803, ‘s Gravenhage – 6 januari 1872). Hij werkte als koetsier-majoor voor Willem van Nassau (die dus zijn halfbroer was), en woonde boven de koninklijke stallen in ‘s Gravenhage.

Particulier secretaris W.J.D. van Dijck kreeg van kroonprins Alexander van Nassau de opdracht om dit kistje op een geheime locatie te bewaren, en deze na veertig jaar te retourneren naar de “koninklijke” familie. Deze W.J.D. van Dijck trouwde op 10 juni 1874 in Leiden met Maartje Gabes (5 augustus 1851, Leiden – 15 juli 1896, Utrecht), en samen kregen ze zes kinderen: Theodorus Frederik Karel van Dijck (1875 – 1948), Maartje van Dijck (1876), Willem Frederik van Dijck (1878 – 1951), Jacob van Dijck (1883 – 1894), Dominicus van Dijck (1888 – 1961) en Johannes Albertus van Dijck (1894 – 1895). Zijn tweede zoon, W.F. van Dijck, kreeg vervolgens van particulier secretaris W.J.D. van Dijck op latere leeftijd de opdracht om het kistje in 1924 te retourneren naar de “koninklijke” familie. Zo is het ook gegaan, en Wilhelmina, die het kistje in haar bezit kreeg, liet het vervolgens leeg terugsturen met een beloning van 1000 gulden, iets wat in die tijd veel geld was. Dit was zeer opmerkelijk want zij stond erom bekend zéér “op de penning” te zijn. Maar in feite kreeg de familie Van Dijck slechts 25 gulden per jaar voor het bewaren van deze geheime documenten, waaronder in ieder geval kopieën van het testatement van Alexanders broer Wiwill, van diens huwelijksakte en van Alexanders eigen testament.


Gerelateerd:


Dit artikel is op zondag 21 januari 2018 geschreven door Johan Oldenkamp.

© Pateo.NL : Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 2018/01/23.