Douwe Sirtema van Grovestins, de vader van Willem Batavus

Douwe Sirtema van Grovestins werd geboren op 24 december 1710 in Leeuwarden als zoon van Johan Sirtema van Grovestins (1686 – 1717) en Catharina van Haren (1687 – 1771). Hij trouwde op 28 augustus 1736 in Londen met Catharina Sinolt von Schütz (6 mei 1718, Londen – 1797 in Bath, Somersetshire), dochter van August Sinold von Schütz (geboren in 1689; ook bekend als ‘August Schutz’) en Penelope Madan, die in totaal vijf zonen en drie dochters kregen, en dienden aan het Engelse koninklijke huis. Douwe en Catharina kregen twee zonen: Willem August Sirtema van Grovestins (29 mei 1740, Leeuwarden – maart 1813, Praag) en Lodewijk Idzard Douwe Sirtema van Grovestins (2 maart 1749, ’s-Gravenhage – 23 februari 1806, Breda).

Maar ruim voordat zijn tweede zoon werd geboren kreeg Douwe een relatie met Anna von Braunschweig (Hannover, 2 november 1709 – Den Haag, 12 januari 1759), die getrouwd was met zijn werkgever Wilhelm Carl Heinrich Friso von Nassau (1711 – 1751), beter bekend als stadhouder Willem IV. Sinds 1738 was Douwe namelijk de kamerheer van het stadhouderlijk hof in Leeuwarden, wat in 1947 werd overgebracht naar Den Haag. Daar beviel Anna von Braunschweig op 8 maart 1748 van hun zoon: Willem Batavus (1848 – 1806). En zeer waarschijnlijk was hij ook de natuurlijke vader van Anna’s dochter Wilhelmine Carolina (1743 – 1787), die vijf jaar daarvoor was geboren.

Toen Anna’s echtgenoot overleed in 1951 kwam hij dagelijks bij haar op bezoek en zorgde zo ook voor de opvoeding van hun zoon (en hun dochter). Nadat Anna von Braunschweig overleed in 1759 verhuisde Douwe met zijn gezin naar Brussel. Daar is hij op 77-jarige leeftijd overleden op 26 februari 1778.

Dit artikel is op zondag 11 maart 2018 geschreven door Johan Oldenkamp.