Het Dortse regentengeslacht De Witt |
Witte de Witt werd in 1450 te Dordrecht geboren. Hij trouwde met Maria Boem, dochter van Roelof Bloem. Ze kregen drie kinderen: Maria de Witt, Jan de Witt en Cornelis de Witt. De 57-jarige Witte de Witt overleed op 25 maart 1507 te Dordrecht. Drie jaar eerder, op 6 september 1504, overleed zijn vrouw Maria.
Cornelis de Witt werd in 1485 te Dordrecht geboren als zoon van Witte de Witt (1450 – 1507) en Maria Roelofsdr. Boem. Hij trouwde met Beatrix Slingerlandt. Ze kregen een zoon: Frans de Witt (1516 – 1565). De 52-jarige Cornelis de Witt overleed op 1 augustus 1537 te Dordrecht.
Frans de Witt werd in 1516 te Dordrecht geboren als zoon van Cornelis de Witt (1485 – 1537) en Beatrix Slingerlandt. De 23-jarige Frans de Witt trouwde op 9 februari 1539 met Liduwi van Beveren (1 februari 1522 – Dordrecht, 10 november 1557), dochter van Pieter van Beveren (1500 – 1554) en Alida Muys van Holy (ca. 1500 – 1538). Ze kregen in 1545 een zoon: Cornelis Franszoon de Witt. Nadat zijn eerste vrouw in 1557 was overleden hertrouwde de 47-jarige Frans de Witt zes jaar later, op 29 juni 1563, met Katharina van Beverwijk, hij was toen 47 jaar oud. Twee jaar daarna, op 25 januari 1565, overleed de 49-jarige Frans de Witt te Dordrecht. Zijn tweede vrouw overleed in 1608.
Cornelis Fransz. de Witt werd geboren op 30 april 1545 in Dordrecht als zoon van Frans de Witt (1516 – 1565) en Liduwi van Beveren. Hij trouwde op 28 september 1568 met Johanna Heijmans (12 januari 1547 – 24 mei 1602), dochter van Andries Heijmans. Ze kregen drie kinderen: Andries de Witt (16 juni 1573, Dordrecht – 26 november 1637, Den Haag), Alith Witt (1575 – 1597) en Jacob de Witt (1589 – 1674). Cornelis Fransz. de Witt werd maar liefst negentien keer gekozen tot burgemeester van Dordrecht. Ook was hij gedeputeerde namens de provincie Holland in de Staten-Generaal van de Nederlanden. De 76-jarige Cornelis Fransz. de Witt overleed op 3 april 1622 te Dordrecht.
Jacob de WittJacob de Witt werd op 7 februari 1589 te Dordrecht geboren als zoon van Cornelis Fransz. de Witt (1545 – 1622) en Johanna Andriesdr. Heijmans (1547 – 1602). De 27-jarige Jacob de Witt trouwde op 9 oktober 1616 te Breda met Anna van den Corput (1599, Dordrecht – 22 januari 1645, Dordrecht; Anne), dochter van Johan van den Corput (april 1542 – 17 september 1611) en Marie Buijsen (1578 – 13 februari 1636). Ze kregen drie kinderen: Maria de Witt (1620 – 1681), Cornelis de Witt (1623 – 1672) en Johan de Witt (1625 – 1672). Jacob de Witt was Heer van Manezee, Melissant en Cromstrijen. Ook was hij houthandelaar, en werd hij zesmaal verkozen tot burgemeester van Dordrecht. Ook was hij afgevaardigde voor Dordrecht in de Staten van Holland. Op zaterdag 30 juli 1650 werd Jacob de Witt op het Haagse Binnenhof gearresteerd, samen met vijf andere vooraanstaande leden van de Staten van Holland, te weten Jan de Waal (burgemeester Haarlem), Albert de Ruil (Haarlem), Jan Duist van Voorhout (burgemeester van Delft), Nanning Keizer (Hoorn) en Nicolaas Stellingerwerf (Medemblik). Ze werden zonder proces opgesloten te slot Loevestein (nabij Gorkum en Workum, tegenwoordig geschreven als Gorinchem en Woudrichem) in opdracht van Willem von Nassau (1626 – 1650), die daarmee een staatsgreep pleegde. Pas nadat deze eerwaardigheidsbekleders wilden instemmen met het weer ongedaan maken van de troepenreductie werden ze anderhalve maand later, op woensdag 17 augustus 1650, weer op vrije voeten gesteld. De 84-jarige Jacob de Witt overleed op 10 januari 1674 in Dordrecht. |
Maria de WittMaria de Witt werd geboren op 22 december 1620 in Dordrecht als enige dochter van Jacob de Witt (1589 – 1674) en Anne Johansdr. van den Corput (1599 – 1645). Zij trouwde op 1 oktober 1641 te Dordrecht met Diederik Hoeufft (22 december 1610, Dordrecht – 13 mei 1688, Dordrecht), zoon van Johan Hoeufft (1536 – 1621) en Catharina van Wessem (1542 – 1626). Maria en Diederik kregen twee zonen: Diederik Hoeufft jr. (1648 – 1719) en Jacob Hoeufft (1660 – 1717). Maria de Witt is overleden op 28 september 1681 in Dordrecht. |
Cornelis de WittCornelis de Witt werd geboren op 15 juni 1623 in Dordrecht als oudste zoon van Jacob de Witt (1589 – 1674) en Anne Johansdr. van den Corput (1599 – 1645). Hij volgde dezelfde opleiding als zijn twee-jaar jongere broer Johan. Eerst studeerden zij rechten aan de Universiteit van Leiden, en daarna maakten zij een reis door Frankrijk, Engeland, Italië en Zwitserland. Beiden promoveerden op 22 december 1645 in het Franse Angers tot doctor in de rechten. Iets later dan aanvankelijk gepland, trouwde Cornelis de Witt op 21 september 1650, nadat zijn vader weer op vrije voeten was, met Maria van Berckel (31 mei 1632, Rotterdam – 5 augustus 1706, Dordrecht), dochter van Johan van Berckel (ca. 1605 – 1662) en Elisabeth Prins (ca. 1610 – 1638). Cornelis en Maria kregen meerdere kinderen, waaronder Jacob de Witt (1653 – 1675), Johan de Witt (1662 – 1701) en Wilhelmina de Witt (1671 – 1701). Hun overige vier kinderen stierven op jonge leeftijd. |
Op 21 juni 1672 werd geprobeerd om zowel Cornelis de Witt (in Dordrecht) als zijn broer Johan (in Den Haag) te vermoorden. Het kan niet anders dan dat de opdracht voor deze dubbele moordaanslag die vrijwel gelijktijdig in twee verschillende steden werd uitgevoerd afkomstig was van Willem Hendrik von Nassau (1650 – 1702). De gebroeders De Witt overleefden deze aanvallen gelukkig wel, hoewel het bij Johan kantje boord was.
Op 23 juli 1672 werd Cornelis de Witt door Willem Tichelaar (Oud-Beijerland, ca. 1642 – Den Haag, ca. 1714) er valselijk van beschuldigd 30.000 gulden te hebben aangeboden om Willem Hendrik von Nassau te vermoorden. Cornelis werd gearresteerd, die aangaf dat het juist deze Willem Tichelaar was die deze onwettige stadhouder wilde vermoorden. En omdat Cornelis niet in deze list was getrapt werd hij nu valselijk beschuldigd. Het doel van dit alles was om Cornelis de Witt de doodstraf te kunnen geven, maar daarvoor was geen bewijs. En zelfs na verschrikkelijke folteringen bekende Cornelis de Witt geen schuld. Zonder enig bewijs werd Cornelis de Witt op 20 augustus 1672 veroordeeld; er werd niet eens bekend gemaakt waarvoor hij was veroordeeld. De corrupte rechters besloten dat Cornelis de Witt al zijn officiële functies kwijt was, dat hij de proceskosten moest betalen en dat hij levenslang was verbannen uit de provincie Holland. Diezelfde corrupte rechters spraken vervolgens Willem Tichelaar vrij.
Daarop werd tegen zijn broer Johan de Witt gezegd dat zijn veroordeelde broer hem onmiddellijk wilde spreken, wat opnieuw een list was. Toen Johan de Witt na een half uur wilde Johan de gevangenis weer wilde verlaten werden hij en zijn broer door de Haagse schutterij (schuttersgilde) in opdracht van Willem Hendrik von Nassau (1650 – 1702) naar buiten gesleurd. Ze werden naar het Groene Zoodje aan de Vijverberg gebracht en zijn daar in stukken gesneden. Vervolgens werden hun verminkte lijken daar opgehangen. Heden ten dage zijn Johan de Witts tong en een vinger van Cornelis de Witt nog altijd te “bewonderen” in het Haags Historisch Museum. als herinnering aan deze zwartste dag van de Nederlandse democratie, die sindsdien steeds erger veranderde in een Von Nassau-dictatuur.
Johan de WittJohan de Witt werd geboren op 24 september 1625 in Dordrecht als oudste zoon van Jacob de Witt (1589 – 1674) en Anne Johansdr. van den Corput (1599 – 1645). Hij volgde dezelfde opleiding als zijn twee-jaar-oudere broer Cornelis. Eerst studeerden zij rechten aan de Universiteit van Leiden, en daarna maakten zij een reis door Frankrijk, Engeland, Italië en Zwitserland. Beiden promoveerden op 22 december 1645 in het Franse Angers tot doctor in de rechten. Nadat op 6 november 1650 stadhouder Willem von Nassau II was komen te overlijden besloten de provincies Holland, Zeeland en Utrecht geen nieuwe stadhouder aan te stellen. Op 21 december 1650 werd Johan de Witt aangesteld als pensionaris (“stadsjurist”) van zijn geboortestad Dordrecht, en als zodanig afgevaardigd naar de Staten van Holland. En vanaf 30 juli 1653 was de 28-jarige Johan de Witt raadpensionaris van Holland, en werd hij de machtigste man in de Republiek der Nederlanden. |
Johan de Witt trouwde 16 februari 1655 in Amsterdam met Wendela Bicker (Amsterdam, 30 december 1635 – Den Haag, 1 juli 1668), dochter van Jan Gerritsz. Bicker (1591 – 1653) en Agneta de Graeff van Polsbroek (Amsterdam, 10 november 1603 – Amsterdam, 4 maart 1656). Johan (die overigens meestal “Jan” werd genoemd) en Wendela Bicker kregen acht kinderen: Anna de Witt (1655 – 1725), Agnes de Witt (1658 – 1688), Maria de Witt (1660 – 1689), Johan de Witt jr. (1662 – 1701), Jacob de Witt (1667 – 1685) en drie dochters die jong stierven.
Op 31 juli 1667 werd in Breda het verdrag tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Engeland, Frankrijk en Denemarken getekend, waarmee de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog eindigde. Dit verdrag werd de Vrede van Breda genoemd. Vijf dagen later, op 5 augustus 1667 besloten de Staten van Holland via het zogeheten Eeuwig Edict tot de permanente afschaffing van het stadhouderschap.
Op 27 maart 1672 verklaarde de Engelse koning Charles II (1630 – 1685), de oom van Willem Hendrik von Nassau (1650 – 1702), de oorlog aan de Republiek der Nederlanden, en later koos ook de Franse koning Louis XIV partij tegen de Nederlanden.
Op 21 juni 1672 werd geprobeerd om zowel Johan de Witt (in Den Haag) als zijn broer Cornelis (in Dordrecht) te vermoorden. Het kan niet anders dan dat de opdracht voor deze dubbele moordaanslag die vrijwel gelijktijdig in twee verschillende steden werd uitgevoerd afkomstig was van Willem Hendrik von Nassau. Johan de Witt werd onder andere tot tweemaal toe met een mes gestoken, maar overleefde net als zijn broer deze aanval gelukkig wel, zij het ternauwernood. Pas op 12 juli 1672 was hij buiten levensgevaar, en hij moest uiteindelijk tot 31 juli 1672 bed houden.
Nadat Willem Hendrik von Nassau via chantage het Eeuwig Edict nietig had laten verklaren werd hij op 29 juni 1672 benoemd tot stadhouder van Holland.
Op 23 juli 1672 werd Cornelis de Witt door Willem Tichelaar (Oud-Beijerland, ca. 1642 – Den Haag, ca. 1714) er valselijk van beschuldigd 30.000 gulden te hebben aangeboden om Willem Hendrik von Nassau te vermoorden. Cornelis werd gearresteerd, die aangaf dat het juist deze Willem Tichelaar was die deze onwettige stadhouder wilde vermoorden. En omdat Cornelis niet in deze list was getrapt werd hij nu valselijk beschuldigd.
Op 4 augustus 1672 nam Johan de Witt vanwege de situatie met zijn broer ontslag als raadpensionaris van Holland. De onwettige stadhouder van Holland Willem Hendrik von Nassau zorgde er hoogstpersoonlijk voor dat Johan de Witt geen “eervol ontslag” kreeg.
Op 20 augustus 1672 werd de onschuldige Cornelis de Witt door corrupte rechters veroordeeld zonder enig bewijs, en werd er zelfs niet eens bekend gemaakt waarvoor hij was veroordeeld. Daarop kreeg Johan de Witt het valse bericht dat zijn veroordeelde broer hem onmiddellijk wilde spreken. Toen Johan de Witt na een half uur de gevangenis weer wilde verlaten werden hij en zijn broer door de Haagse schutterij (schuttersgilde) in opdracht van Willem Hendrik von Nassau (1650 – 1702) naar buiten gesleurd. Ze werden naar het Groene Zoodje aan de Vijverberg gebracht en zijn daar in stukken gesneden. Vervolgens werden hun verminkte lijken daar opgehangen. Heden ten dage zijn Johan de Witts tong en een vinger van Cornelis de Witt nog altijd te “bewonderen” in het Haags Historisch Museum als herinnering aan deze zwartste dag van de Nederlandse democratie, die sindsdien steeds erger veranderde in een Von Nassau-dictatuur.
Dit artikel is op zondag 11 maart 2018 geschreven door Johan Oldenkamp.
© Pateo.NL : Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 2018/03/12.