Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz werd op 16 mei 1846 geboren als zoon van Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz (21 juli 1804, Groningen – 12 mei 1884, Nijmegen) en Anna Margaretha Jacoba de Ranitz (14 augustus 1813, Doornik, Bemmel – 19 september 1903, Nijmegen). Zijn vader was een kleinzoon van Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz (26 oktober 1757, Nijmegen – 2 juli 1829, Groningen), en zijn moeder een kleindochter van Johan Bernard Sigesmund de Ranitz (1731 – 1811), beide zonen van Johan Hendrik de Ranitz (1700 – 1767) en Johanna Catharina van Vinceler. Na de middelbare school trad Sebastiaan de Ranitz in dienst bij de Nederlandse krijgsmacht. In 1851 werd hij ordonnansofficier van Alexander van Nassau (1851 – 1884). Later werd hij bevorderd tot kapitein der infanterie.
Op 10 mei 1871 trad Sebastiaan de Ranitz in Groningen in het huwelijk met zijn volle nicht Hermanna Louisa Christina Thomassen à Thuessink van der Hoop (17 mei 1846, Groningen – 3 november 1920, ’s Gravenhage), dochter van Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop (1809 – 1852) en Willemina Elisabeth de Ranitz (1812 – 1891), een zus van zijn vader. Sebastiaan en Louise kregen twee dochters: Anna Margaretha Jacoba de Ranitz (16 februari 1872, ’s-Gravenhage – 10 april 1958, Amsterdam; Anna) en Willemine Elisabeth Edzardine de Ranitz (4 maart 1876, ’s Gravenhage – 21 juli 1960, Amsterdam; Lita).
Rond het einde van 1879 werd de 21-jarige Emma zu Waldeck und Pyrmont (1858 – 1934), die eerder dat jaar, op 7 januari 1879, met de 61-jarige, onvruchtbare Willem van Nassau (1817 – 1890) was getrouwd, door Sebastiaan de Ranitz “gedekt”. Hieruit werd op 31 augustus 1880 te Den Haag Wilhelmina geboren, waarmee de machtselite rond de Nederlandse kroon weer een “troonopvolger” had. Zowel Sebastiaan als zijn dochter Wilhelmina hadden toondoofheid. Deze erfelijke aandoening kwam niet voor in de familie van Willem van Nassau.
Op 2 september 1881 werd Sebastiaan de Ranitz vanwege zijn bewezen diensten aan Emma bij koninklijk besluit benoemd tot particulier secretaris van Willem van Nassau. En vier jaar later, in 1885, werd hij tevens diens adjudant. Ter afronding hiervan werd op 31 december 1888 Sebastiaan de Ranitz, de biologische vader van de toen 8-jarige Wilhelmina, verheven in de Nederlandse adel, met het predicaat jonkheer. Na de dood van koning Gorilla in 1890 werd Sebastiaan de Ranitz adjudant en particulier secretaris van koningin-moeder Emma. In 1894 werd hij kamerheer van de 14-jarige Wilhelmina. In 1898 werd Sebastiaan de Ranitz intendant (bestuurder van de bezittingen) van het huis van koningin-regentes Emma. En in 1903 werd hij grootmeester. Sebastiaan de Ranitz overleed op 30 oktober 1916 in Den Haag op 70-jarige leeftijd.
Dit artikel is op zaterdag 27 januari 2018 geschreven door Johan Oldenkamp.
© Pateo.NL : Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 2023/09/21.