|
|
|
|
Willem Nicolaas Alexander Frederik Karel Hendrik van Nassau werd op 4 september 1840 in Den Haag geboren als eerste kind van kroonprins Willem van Nassau (1817 – 1890) en Sophie von Württemberg (1818 – 1877). Nadat zijn vader in 1849 koning der Nederlanden was geworden, werd Wiwill, wat zijn bijzondere roepnaam was, kroonprins op 8-jarige leeftijd. Eind 1860 kreeg deze 20-jarige kroonprins een relatie met Wilhelmina Helderman (Rotterdam, 10 januari 1841 – Rotterdam, 29 december 1914), dochter van Nicolaas Helderman (Rotterdam, 4 november 1790 – Rotterdam, 7 mei 1882) en Gerritje Edenburg (Rotterdam, 10 oktober 1806 – Rotterdam, 5 mei 1855). Uit deze relatie werd op 12 augustus 1861 te Rotterdam een dochter geboren, genaamd Wilhelmina Francina Helderman. Deze eerste bastaarddochter van Wiwill trouwde op 1 september 1892 te Rotterdam met Hendrik Bouma, geboren op 10 oktober 1868 te Rotterdam als zoon van Hendrik Hendriks Bouma en Jacoba Philippina van Beek. Wilhelmina en Hendrik kregen een zoon en een dochter: Hendrik Hendriks Bouma (Rotterdam, 26 oktober 1894) en Wilhelmina Bouma (Rotterdam, 26 juli 1897 – Warmond, 15 juni 1981). Hun nakomelingen staan vermeld in onderstaande bijlage. Hendrik Bouma overleed te Wijk aan Zee en Duin op 7 februari 1931. Zijn vrouw Wilhelmina Francina Bouma-Helderman overleed te Beverwijk op 19 september 1951.
Als jongeman van 22 jaar kreeg hij rond 1863 een verhouding met dienstbode, genaamd Helena Francisca Jacoba Johanna Rietbergen. Zij werd op 3 januari 1841 te Leiden geboren als dochter van letterzetter Leonardus Rietbergen en Francisca de Ridder. Op 20 oktober 1864 werd de (bastaard-) zoon van Wiwill en Helena geboren, genaamd Johannes Fransiscus. Op 29 mei 1872 te ’s-Gravenhage trouwde de 31-jarige Helena met de 29-jarige loodgieter Pieter Beatrix Jansen (31 januari 1843, Den Haag – 16 februari 1898, Den Haag), zoon van Hermanus Laurens Jansen en Cornelia Wilhelmina Johanna van Alff. Haar echtgenoot Pieter Jansen bracht twee zonen uit een voorgaande relatie met dienstbode Johanna Gordijn (geboren 1843 te ’s-Gravenhage) mee: Hermanus Wilhelmus Petrus Jansen (geboren in 1869) en Petrus Johannes Josephus Jansen (geboren in 1870). Pieter Jansen adopteerde de bastaardzoon van zijn echtgenote Helena, en die 5-jarige zoon van Wiwill van Nassau heette voortaan Johannes Fransiscus Jansen. Naar verluidt kregen Helena en Pieter samen nog een dochter. Op 12 april 1899 te ’s-Gravenhage hertrouwde 58-jarige weduwe Helena met de 64-jarige meubelmaker Willem Joosten, zoon van Abraham Joosten en Margaretha Wassenaar. Wiwills bastaardzoon Johannes Fransiscus Jansen trouwde op 22 mei 1889 te Den Haag met Helena Johanna Aarts (Den Haag, 28 april 1863 – Rotterdam, 13 mei 1942), dochter van Nicolaas Aarts en Maria Jacoba Aalders. Op 9 april 1890 werd hun dochter Helena Maria Francisca Jansen geboren, die op 6 september 1916 trouwde met boekhouder Johannes Bernardus Alphonsus van Wijk (Amsterdam, 23 januari 1881 – Rotterdam, 15 januari 1956; zoon van Johannes Henricus Josephus van Wijk en Helena Geertruida Maria Verbeek), en die overleed op 4 maart 1963 te Rotterdam. Hun nakomelingen staan vermeld in onderstaande bijlage. Wiwills maîtresse Helena Jansen-Rietbergen overleed op 21 november 1921 te ’s-Gravenhage. Op 21 januari 1929 te Rotterdam overleed haar zoon, de 64-jarige Johannes Franciscus Jansen, de bastaardzoon van Wiwill van Nassau.
Vervolgens kreeg Wiwill van Nassau een relatie met Sara Agatha van Lynden, die op 1 juni 1842 te ‘s Gravenhage werd geboren als dochter van Johan Maurits Graaf van Lynden (1807 – 1864) en Elisabeth Susanna Singendonck (1811 – 1879). In 1870 trouwden Wiwill en Agatha in het geheim te Parijs, en ook kregen zij een dochter. Wiwill deed een verzoek tot troonsafstand, en gaf aan zich met een jaartoelage van 30.000,- gulden volledig terug te trekken uit Nederland. Maar dat verzoek werd geweigerd. Hij werd gedwongen tot een scheiding van Agatha, en hun dochter werd ondergebracht bij pleegouders in Amsterdam. Via valsheid in geschrifte werd namelijk gedaan alsof dit meisje op 18 april 1871 te Amsterdam zou zijn geboren als Geertruida Fok, de dochter van de ongeveer 48-jarige kuipmaker Jan Fok (1823 – 1883) en de ongeveer 40-jarige Grietje de Haan (1831 – 1879), die zelf kinderloos waren. Toen Geertruida Fok 18 jaar werd erfde zij drie huizen in Amsterdam. En zeven jaar later, op 30 april 1896, trouwde Geertruida Fok in Amsterdam met Jozef Petrus van Blijenburgh jr. (12 augustus 1872, Amsterdam – 30 december 1951, Amsterdam), zoon van Jozef Petrus van Blijenburgh sr. en Hendrika Magdalena Homborg. Ze kregen zeven kinderen, allen geboren te Amsterdam: Geertruida van Blijenburgh (geboren op 27 februari 1897), Jozef Petrus van Blijenburgh III (geboren op 14 december 1898), Jan Cornelis van Blijenburgh (geboren op 22 november 1901), Maria Elisabeth van Blijenburgh (geboren op 18 april 1903), Willem Hendrikus van Blijenburgh (geboren op 31 maart 1909), Anna van Blijenburgh (geboren op 6 april 1910) en Philippine van Blijenburgh (geboren op 6 april 1897). Drie jaar na haar gedwongen scheiding van Wiwill hertrouwde op 10 juni 1874 de echte moeder van Gertruida Fok, Agatha van Lynden, op 32-jarige leeftijd in ‘s Gravenhage met Johan Willem Frederik ridder Huyssen van Kattendijke (1 februari 1844, ‘s Gravenhage – 20 april 1903, ’s Gravenhage). De 70-jarige Agatha van Lynden overleed op 28 augustus 1912 in het Duitse Bad-Reichenhall. Gertruida van Blijenburgh-Fok overleed op 16 maart 1945 te Amsterdam op 73-jarige leeftijd.
In 1873 werd de 33-jarige Wiwill van Nassau opnieuw verliefd, nu op de 19-jarige Anna Mathilda van Limburg Stirum, die op 24 juli 1854 in het Zuid-Hollandse Warmond werd geboren als dochter Julie Marie Barre (1822 – 1887), die getrouwd was met van Leopold van Limburg Stirum (1818 – 1900). In het voorjaar van 1874 vroeg Wiwill vergeefs om toestemming voor een huwelijk met Mattie, wat haar roepnaam was. Dat was omdat Wiwills vader, bijgenaamd Koning Gorilla, ook de vader zou zijn van Mattie. Toch kregen Wiwill en Mattie rond 1875 een dochter. Ze noemden haar Wilhelmina. Mattie trouwde uiteindelijk in 1881 met William Charles Reginald van Tuyll van Serooskerken (1845 – 1903), waaruit onder andere Henri Charles van Tuyll van Serooskerken (1884 – 1950) werd geboren. Mattie overleed te Popham in Engeland op 14 mei 1932.
Op 11 juni 1879 te Parijs overleed de 38-jarige Wiwill van Nassau. Kort daarvoor had hij op zijn sterfbed aan de rue Aubert in Parijs een afscheidsbrief geschreven aan zijn eerste liefde Wilhelmina Helderman. In het testament van deze ongelukkige kroonprins werd zijn dochter, Geertruida Fok, genoemd als de enig erfgenaam. Een kopie hiervan gaf hij aan zijn broer Alexander van Nassau. Maar Wiwills stiefmoeder Emma heeft vervolgens zowel dit testament als de huwelijksakte van Wiwill en Agatha weten te laten vernietigen. Via een vervalst testament zou Wiwill al zijn bezittingen hebben nagelaten aan haar dochter Wilhelmina, maar die werd geboren ná Wiwills overlijden.
Hendrik Bouma (Rotterdam, 26-10-1894) huwt (1) te Rotterdam op 17-8-1922 met Alida Petronella Gerarda Vennik (Weesperkarspel 2-5-1895 – Heemstede 25-11-1936; dochter van Pieter Jacobus Gerardus Vennik en Alida Sara Hendrika Poussenouw). Hun dochter Alida Sara Hendrika Bouma (Haarlem 2-11-1927) huwt te Heemstede op 6-3-1951 met Willem Frederik Honig 1924-1994.
Hendrik Bouma (Rotterdam, 26-10-1894) huwt (2) te Heemstede op 1-8-1938 met Catharina Johanna Draaijer (geboren Terschelling 22-8-1916).
Wilhelmina Bouma (Rotterdam, 26 juli 1897 – Warmond, 15 juni 1981) huwt op 16 december 1926 te Rotterdam met Rudolph Abraham Iduard Snethlage (Gendringen, 17 september 1898 – Arnhem, 4 november 1965; zoon van Rudolph Abraham Iduard Snethlage en Anna Hagemann), van beroep chemisch ingenieur. Ze kregen drie kinderen:
3.1
Mr. Rudolph Abraham Iduard Snethlage (geboren Almelo 26-6-1961), van beroep advocaat/procureur, huwt te Rhoon op 10-10-1992 met Antoinette Christina Johanna Mijnlieff. Ze krijgen vijf kinderen: Madeline Johanna Christine Snethlage (geboren Den Haag 18-12-1994), Anna Theodora Wilhelmina Snethlage (geboren Den Haag 28-11-1996), Poy Aimeé Snethlage (geboren Den Haag 12-11-1998), Cathelijne Eleonore Snethlage (geboren Den Haag 29-9-2000) en Bernard Willem Frederik Snethlage (geboren Den Haag 5-4-2002).
3.2
Madeline Godefrieda Leonie Snethlage (geboren Almelo 12-12-1962) huwt te Almelo op 2-7-1988 met Christiaan Anthony Stroïnk (geboren Enschedé 10-5-1961; zoon van Nicolaas Christiaan Stroïnk en Geertruida Maria Cornelia van der Loef)
3.3
Willem Frederik Johannes Lodewijk Snethlage (geboren Almelo 22-5-1967) huwt Hariëtte E. Adriaans. Beiden zijn mede-eigenaar slagerij Joosten Grubbenvorst. Ze kregen twee kinderen: Rudolph Abraham Iduard Snethlage (geboren Grubbenvorst 12-9-2001) en Maurits Willem Jan Snethlage (geboren Grubbenvorst 19-2-2004).
3.4
Jan Constantijn Theodoor Snethlage (geboren Almelo 9-3-1970), directeur private banking Rotterdam/Drechtsteden ING, huwt (1) te Udenhout op 14-9-2002 met Marguerite Marie Elisabeth Roorda. Na hun scheiding hertrouwde (2) hij te Rotterdam op 24-9-2011 met Aleijda Maria van den Berg. Ze kregen een zoon: Stijn Rudolph Johan Snethlage (geboren Rotterdam 23-6-2013).
Helena Maria Francisca Jansen (Den Haag, 9 april 1890 – Rotterdam, 4 maart 1963) en Johannes Bernardus Alphonsus van Wijk (Amsterdam, 23 januari 1881 – Rotterdam, 15 januari 1956) kregen acht kinderen:
Dit artikel is op zondag 21 januari 2018 geschreven door Johan Oldenkamp.
© Pateo.NL : Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 2018/12/21.