Fons Spooren (1963) was algemeen directeur van de voetbalclub PSV toen hij op 13 mei 2003 in een plantsoen in Eindhoven werd opgepakt vanwege het plegen van onzedelijke handelingen met minderjarige jongens. Hij was destijds zeer waarschijnlijk niet de enige homoseksuele pedofiel die frequent dat beruchte plantsoen bezocht. Ook de man die op dat moment secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie was liet zich meer dan eens in zijn dienstauto daar naar toe rijden, aldus een hardnekkig gerucht. Met die hoogste ambtenaar binnen het Openbaar Ministerie werd de VVD-er Joris Demmink (1947) bedoeld. Als invalchauffeur van diens dienstauto zou Rob Mostert (1946) meerdere malen getuige zijn geweest van Demminks onzedelijke handelingen met minderjarige jongens op de achterbank, volgens datzelfde geruchtencircuit. Mostert zou daarover een belastende verklaring hebben willen afleggen, maar zou opeens één dag voor de hiervoor gemaakte afspraak de dood hebben gevonden, officieel aan een hartaanval. Panorama-journalist Fred de Brouwer (1955) kreeg lucht van deze merkwaardige zaak, en bracht naar eigen zeggen vervolgens een bezoek aan de weduwe van Mostert. Hij beweerde vervolgens dat deze weduwe eigenlijk niets durfde te zeggen over deze zaak, omdat ze waarschijnlijk bang was om haar weduwe-uitkering te verliezen. Daarnaast interviewde De Brouwer ook Hilbrand Nawijn (1948), die toen namens de LPF Minister Vreemdelingenzaken en Integratie was. Nawijn kwam tijdens dat interview met nog meer belastende informatie aan het adres van Demmink.
Fred de Brouwer en GayKrant-oprichter Henk Krol (1950) vonden dat er geen rechtsongelijkheid mocht zijn tussen Fons Spooren en Joris Demmink. In oktober 2003 verscheen er daarom in zowel de Panorama als de GayKrant een uitgebreid artikel van hen over de zedenmisdrijven door een topambtenaar van Justitie in dat Eindhovense plantsoen. Het vreemde is Demmink tot zijn pensionering per 1 november 2012 al die jaren gewoon de hoogste ambtenaar binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie bleef. Weet je trouwens welke opvallende aanwezigen Demmink een handje kwamen geven bij zijn afscheidsreceptie? Dat waren bijvoorbeeld Henk Krol en Hilbrand Nawijn. Dat is toch op zijn minst zeer opmerkelijk te noemen.
Wanneer we de feiten rond chauffeur Rob Mostert onderzoeken wordt de zaak nog opmerkelijker, want volgens diens weduwe Johanna Mostert-Harteveld heeft haar man, die overigens al in 2000 overleed, nooit iets over dergelijke voorvallen aan haar verteld. Bovendien was Mostert de chauffeur van Aad Kosto (1938), die binnen het Ministerie van Justitie vanaf 7 november 1989 staatssecretaris was, en tussen 27 mei 1994 en 22 augustus 1994 vervolgens ook even minister (na het aftreden van Ernst Hirsch Ballin (1950) vanwege de IRT-affaire). Voor het gerucht dat Mostert een verklaring tegen Demmink zou willen afleggen is geen enkele aanwijzing, laat staan voor zijn vermeende overlijden de dag ervoor.
Evenzeer opmerkelijk is dat Demmink zich kort voor zijn pensionering (vanaf 1 november 2012) opeens wel is gaan verweren tegen de beschuldigen aan zijn adres. Het Algemeen Dagblad publiceerde in oktober 2012 een artikel waarin stond dat Demmink al jarenlang wordt beschuldigd van mogelijke betrokkenheid bij seksueel misbruik van minderjarige jongens. Na bijna tien jaar op geen enkele aantijging te hebben gereageerd kiest Demmink opeens echter niet voor een kort geding tegen het AD, maar begint hij, zeer ongebruikelijk, een zogenaamde bodemprocedure tegen deze krant. Het idee hierachter is dat daarmee het AD gedwongen wordt haar bronnen bekend te maken.
Hoe het precies mogelijk is geweest kan ik niet zeggen, maar om de één of andere reden heeft een in 2013 opgerichte stichting die zichzelf ‘De Roestige Spijker’ noemt zich in deze bodemprocedure kunnen voegen. Demmink begon dus zelf een procedure tegen het AD, en vervolgens komt een derde partij zomaar meedoen, maar dan als aanvaller van Demmink. Dat is zeer merkwaardig te noemen. Deze stichting wil naar eigen zeggen de Engelstalige documentaire getiteld ‘Dutch Injustice: When Child Traffickers Rule A Nation’ verder openbaar maken in Nederland, terwijl deze documentaire al vanaf 2012 op YouTube staat (zoals hieronder te zien). Ook dat is toch op zijn minst als zeer opmerkelijk te kwalificeren.
In het kader van de door Demmink opgestarte bodemprocedure zijn verder opeens de mensen achter De Roestige Spijker begonnen met het oproepen van getuigen. Op dinsdag 4 maart 2014 hoorde de rechter-commissaris van de rechtbank in Utrecht de eerste getuige, van de in totaal twaalf tot nu toe. Vanaf 11 april a.s. gaat het getuigenverhoor verder. Velen menen ten onrechte dat het hier om een strafrechtelijk onderzoek tegen Demmink zou gaan. Niets is echter minder waar. Het is immers een procedure die Demmink zelf is gestart. Welke waarde al deze onder ede afgelegde verklaringen van deze getuigenverhoren precies hebben mocht het toegezegde strafrechtelijk onderzoek tegen Demmink ooit van start gaan is vooralsnog onduidelijk.
Wat hopen de mensen achter De Roestige Spijker te bereiken met deze getuigenverhoren? Blijkbaar zijn de onthullingen die via deze getuigenverhoren naar buiten komen voor hen zeer waardevol. Maar op welke manier dan? Om deze vraag te kunnen beantwoorden dienen we eerst te weten om welke mensen het gaat. Daartoe keren we eerst weer even terug naar De Brouwer en Krol die in 2003 hoopten de zaak Demmink volledig in de openbaarheid te kunnen brengen, want beide heren waren de afgelopen tijd opnieuw prominent in het nieuws. Fred de Brouwer, die kort na zijn onthullende artikelen in deze zaak verhuisde naar Thailand, zou daar op vrijdag 14 maart jl. zijn overleden na te zijn aangereden door een auto terwijl hij zelf op een scooter zou hebben gereden. Het gerucht gaat dat hij doelbewust zou zijn vermoord. Zijn crematie zou vervolgens eerst dinsdag 1 april 2014 zijn, maar daarna werd door Henk Krol aan de televisietafel bij Jeroen Pauw (1960) en Paul Witteman (1946) opeens donderdag 3 april 2014 als datum genoemd. Daarna bleek ook dat niet de datum te zijn, maar kwam zaterdag 5 april 2014 uit de hoge hoed. Waarom er zo ongebruikelijk veel tijd tussen het overlijden en de crematie zou zitten is mij onbekend. Het verhaal wordt helemaal verdacht wanneer blijkt dat Fred de Brouwer in het Judaïsme geloofde, en binnen dat geloof gelden er strenge eigen ten aanzien van de timing van de begrafenis dan wel crematie. Sommigen betwijfelen daarom of De Brouwer überhaupt wel is omgekomen, want het verhaal rammelt immers aan alle kanten, evenals het verhaal dat De Brouwer destijds over chauffeur Mostert naar buiten had gebracht.
Verder werd Henk Krol na zijn eclatante overwinning bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 als lijsttrekker van de ouderenpartij 50Plus (waarbij mijn partij niet verder kwam dan slechts éénvijfde zetel) op 4 oktober 2013 als fractievoorzitter opeens gedwongen af te treden als kamerlid vanwege het tussen 2004 en 2007 en in 2009 niet afdragen van de werkgeversbijdrage voor het pensioen van de GayKrant-medewerkers. Wat mij daarvan bij is gebleven was de zeer emotionele reactie van Henk Krol op de manier waarop hij er naar eigen zeggen is uitgewerkt. “Mijn vijanden hebben gewonnen”, zo schreef hij in zijn afscheidsbrief. We zullen zo zien wie deze vermeende vijanden zijn, want dat wilde Henk zelf niet in het openbaar te onthullen. Zijn vermeende vijanden zitten namelijk achter de stichting De Roestige Spijker, zoals ik zodadelijk zal aantonen. Het zijn echter niet de vijanden van Henk, maar zijn zijn opdrachtgevers.
De bedenker van de stichting De Roestige Spijker is zeer waarschijnlijk Jan Poot (1924) geweest. Tot 1996 was hij ook voor de schermen de baas over de Chipshol-groep. Het officiële doel van deze bedrijvenfamilie was om een soort Sillicon Valley pal naast het vliegveld van Schiphol te gaan ontwikkelen, vandaar die rare bedrijfsnaam (een samentrekking van ‘computerchip’ en ‘Schiphol’). Dat plan werd volgens Jan Poot echter systematisch gedwarsboomd door diverse overheidsinstanties en door de NV Luchthaven Schiphol. In juni 1995 plaatste Jan Poot daarover een paginagrote advertentie in De Volkskrant. Vanaf 1996 nam zoon Peter Poot (1954) het roer van de Chipshol-groep van zijn vader over. Vader Jan Poot bleef achter de schermen echter doorgaan met zijn strijd. In 2007 werd dat publiekelijk getoond via opnieuw grote dagbladadvertenties en ook via het uitbrengen van een boek, getiteld ‘Grondoorlog’. Vervolgens schreef Jan Poot jaarlijks één boek over zijn zogenaamde strijd: ‘Final Call’ in 2008, ‘Doodzonde tegen de Rechtsstaat’ in 2009, en ‘SchipholGate’ in 2010. In totaal plaatste hij daarnaast maar liefst 88 advertenties tussen 2007 en 2012. Aan geld is er bij de familie Poot blijkbaar geen gebrek, want ook de boeken deelde hij gratis uit.
De rechter die Jan Poot naar eigen zeggen het meeste heeft gedwarsboomd was Hans Westenberg (1945). Voordat Jan Poot zelf boeken ging schrijven verscheen in 2004 het boek ‘Topadvocatuur: in de keuken van de civiele rechtspraktijk’ geschreven door Micha Kat (1963). In dat boek wordt de integriteit van diezelfde Hans Westenberg, die toen vice-president van de Haagse rechtbank was, in twijfel getrokken. Ook Kat schrijft dus boeken om zijn vermeende gelijk te halen. Al eerder schreef hij een boek over zijn ruzie met het NRC, die hem vanaf 2002 niet langer wilde inhuren als freelance journalist. Dat Micha Kat dus door Jan Poot is ingehuurd om Hans Westenberg zwart te maken moge duidelijk zijn. En Westenberg was bepaald niet de enige die het moest ontgelden. Voor mij is het volstrekt duidelijk dat Jan Poot doelgericht karaktermoorden laat plegen op zijn vermeende vijanden via de guerrilla-‘journalistiek’ van Micha Kat.
Inmiddels maakt Micha Kat er geen geheim van dat hij inderdaad wordt betaald door de familie Poot. Wanneer zijn arbeidsovereenkomst precies is ingegaan is mij niet bekend, maar ik vermoed ergens rond 2003. Conform die overeenkomst zorgt Jan Poot ervoor dat Micha Kat enkele websites tot zijn beschikking heeft, en Micha Kat zorgt vervolgens voor de vulling van die websites, waarvoor hij naar verluidt een maandsalaris van minimaal € 3000 vangt. Daarbovenop kan Micha Kat bonussen verdienen wanneer zijn werk voldoende populair wordt. Verder liet Jan Poot zijn vijfde boek, dat in 2010 verscheen (net als zijn vierde boek), nagenoeg helemaal samenstellen door Micha Kat. Van dit 344 bladzijden tellende boek getiteld ‘De Demmink Doofpot’ schreef Jan Poot alleen het voorwoord (8 bladzijden) en het nawoord (6 bladzijden), wat gezamenlijk slechts 4 procent is. De overige 96 procent van de inhoud werd geproduceerd door Micha Kat. Ook dit boek, waarvan er 10.000 exemplaren zijn gedrukt, werd vervolgens gratis weggegeven. Welke zakenman investeert vele miljoenen euro’s in paginagrote dagbladadvertenties, in uitdeelboeken en in het jarenlang voltijds inhuren van een ‘journalist’ wanneer op voorhand niet duidelijk is welke mogelijke opbrengst hier tegenover staat? Er moet dus een ‘vis’ van vele miljoenen tot misschien wel één of twee miljard euro rondzwemmen die Jan Poot via onder ander Micha Kat aan de haak probeert te slaan. Wat zou deze Big Business kunnen zijn?
Laten we de bestuursleden van de stichting De Roestige Spijker eens nader onderzoeken. De secretaris van deze stichting is Ben Ottens. Als voorzitter van de D66-fractie in de gemeenteraad van Haarlemmermeer deed Ottens goede zaken voor de Chipshol-groep. Daarna maakte Ottens een bliksemcarrière binnen het ministerie van Justitie. Daaruit kunnen we onmiskenbaar concluderen dat hij op goede voet stond met Demmink. Zou Ottens als blijk van waardering voor deze fantastische loopbaan Demmink willen bedanken door hem via De Roestige Spijker achter slot en grendel te willen krijgen? Dat lijkt op zijn minst zeer paradoxaal.
De voorzitter van de stichting De Roestige Spijker is de in Amsterdam wonende Robert Rubinstein (1952). Deze Rubinstein is de oprichter van de Triple Bottom Line Investing Group. Wat deze TBLI-Groep doet is het bijeenbrengen van fondsen om grote projecten te financieren. Rubinstein werkt dus met geld, met veel geld. Ook de ‘vis’ die Jan Poot probeert te vangen is niets anders dan veel geld, heel veel geld zelfs. Omdat ik hier meer van wilde weten heb ik Rubenstein evenals vader en zoon Poot uitgenodigd voor een radio-interview. Alleen van Rubinstein kreeg ik een reactie, waarin hij in het Engels heel vriendelijk antwoordde met “Thank you Johan. I will pass. Good luck with the radio show.”
De familie Poot rijk is geworden door het kopen van relatief goedkope grond die na verandering van het bestemmingsplan opeens veel meer waard werd. Die bestemmingsplanwijzigingen werden daarbij via chantage afgedwongen. Om de betreffende ambtenaren en politici te kunnen chanteren worden zwartboeken bijgehouden. Eén van deze zwartboeken is in 2010 deels openbaar gemaakt onder de titel ‘De Demmink Doofpot’. Via die zwartboeken heeft de chantagegroep Poot niet alleen grip op de openbare besluitvorming in Nederland op gemeentelijk, provinciaal en nationaal niveau, ook heeft deze groep steeds meer grip op enkele landelijk dagbladen, naast vele ‘alternatieve’ nieuwswebsites. Als eerste begon het Katholieke Nieuwsblad te dansen naar de pijpen van deze chantagegroep, en sinds 2012 doet ook het Algemeen Dagblad (AD) dat. Het gaat Jan Poot dan ook helemaal niet om de pedofilie van Demmink, zoals hij zelf in een interview heeft toegegeven. Het gaat hem puur en alleen om geld. Al die publicaties zijn voor niets anders dan een middel om dat grote geld te bemachtigen.
Omdat het mogelijk om een bedrag van 2 miljard euro gaat is de vraag wie of wat gechanteerd wordt door de Groep Poot. Dat zou wel eens de Staat der Nederlanden kunnen zijn. Waarmee de Nederlandse staat wordt gechanteerd is vooralsnog giswerk. Dat de ‘Van Oranjes’ helemaal niet echt Van Orange zijn is allang openbaar en kan daarom eigenlijk niet echt als drukmiddel worden ingezet. Echter, naar wordt beweerd is de beerput rond deze familie Zur Lippe–Von Amsberg vele malen groter dan die rond Demmink. Misschien wil de chantagegroep Poot aan deze familie laten zien hoeveel macht zij hebben door de ‘onaantastbare’ Demmink toch schijnbaar aan te pakken. In werkelijkheid speelt Demmink echter gewoon het spelletje mee, evenals het AD. Hij wachtte daarmee tot zijn pensionering, en nu hem, naar hij meent, helemaal niets meer kan gebeuren, is hij zogenaamd in de tegenaanval gegaan nadat het AD precies op tijd het beschuldigende artikel plaatste.
Kortom, de Demmink-doofpot is voor de Poot-groep niets anders dan een klein visje om de Nederlandse belastingbetalers een bedrag van waarschijnlijk 2 miljard euro afhandig te maken. Nagenoeg alle alternatieve nieuwsmedia hebben de Poot-groep daarbij geholpen, en uiteindelijk ook steeds meer mainstream media hebben dit gedaan. Een aanzienlijk deel van deze media is daarvoor zelfs direct of indirect betaald door de Poot-groep. Dat de vermeende zedenmisdrijven van Joris D. onpartijdig dienen te worden onderzocht staat buiten kijf. Daarnaast dienen naar mijn mening ook de verdenkingen van chantage of medeplichtigheid aan afpersing aan het adres van Jan P., Peter P., Ben O., Robert R., Micha K. en vele anderen te worden onderzocht.
Dit artikel, geschreven door allround onderzoeker Johan Oldenkamp, is oorspronkelijk op 9 april 2014 gepubliceerd op Pateo.nl.
Robert Mostert werd op 30 juni 1946 in Scheveningen (gemeente ’s-Gravenhage) geboren als de jongste zoon van Hendrikus Johannes Mostert en Wilhelmina Helena van der Harst, die in totaal zes kinderen kregen. Robbie Mostert zat op de 2e Taborschool in de Pluvierstraat 398 te Duindorp gezeten. Hij trouwde op 3 oktober 1968 te ’s-Gravenhage met Johanna Harteveld. Uit hun huwelijk werden twee kinderen geboren. Rob Mostert was de vaste chauffeur van Aad Kosto (1938), die van 1989 tot 1994 staatssecretaris van Justitie was. Robert Mostert is thuis overleden op 25 januari 2000, naar verluidt aan een hartaanval. Zijn lichaam werd begraven op Nieuw Eik en Duinen in grafnummer Alg. 155/2. Na ruim 10 jaar grafrust is zijn graf in 2011 geruimd en de zijn diens overblijfselen herbegraven in een algemeen graf op ditzelfde kerkhof.
Fred de Brouwer werd in 1955 geboren. Als journalist werkte hij voor de Telegraaf en Panorama. Na zijn onthullende artikel in 2003 over de zedenmisdadiger en topambtenaar J. Demmink besloot Fred onder te duiken in de Thaise provincie Chonburi, in het oosten van Thailand, bij zijn vriendin in Huay Yai. Vandaaruit runde hij ook zijn handelsbedrijf Triskelion Trading Company bv, gevestigd te Fagotweg 2e in (4337 RC) Middelburg. Naar verluidt overleed hij daar in de stad Chonburi op vrijdagavond 14 maart 2014, nadat hij met zijn scooter was gevallen en werd overreden door een witte auto, die daarna doorreed. Echter, dit verhaal rammelt nogal, ten eerste omdat hij geen scooter reed, en ten tweede omdat hij uiteindelijk naar een tweede, goedkoper ziekenhuis zou zijn gebracht, omdat hij de rekening bij de eerste, duurdere niet zou hebben kunnen betalen.
Henk Krol was medeauteur van onthullende artikel in 2003 over de zedenmisdadiger en topambtenaar J. Demmink. Henricus Cornelis Maria Krol werd op 1 april 1950 te Tilburg geboren. In 1980 richtte hij de Gay Krant, waarvan hij hoofdredacteur en grootaandeelhouder werd. In 2012 was hij lijsttrekker voor de ouderenpartij 50Plus bij de Tweede Kamerverkiezingen, waarbij zijn partij twee kamerzetels bemachtigde. Vreemd genoeg was Henk Krol als genodigde aanwezig bij de afscheidsreceptie van zedenmisdadiger en topambtenaar J. Demmink, op woensdag 31 oktober 2012. Dit was een zeer opmerkelijk geval van “dank voor stank”. Zijn politieke carrière leek elf maanden later alweer voorbij, toen hij aftrad nadat aan het licht kwam dat hij in zijn eerdere functie als directeur-grootaandeelhouder van de Best Publishing Group (BPG), die de Gay Krant uitgaf, wegens financiële problemen van de onderneming pensioenpremies van werknemers niet afdroeg. Toch keerde hij in september 2014 terug als Tweede Kamerlid voor 50PLUS, waarvan hij tevens (opnieuw) fractievoorzitter werd. Op 3 mei 2020 stapte hij op bij 50Plus.
© Pateo.NL : Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 2017/06/15.